onder andere van het gezin Verkennis
Peeter Hendrikus Hubertus (Hendrik) Verkennis is geboren op 25 december 1883 op Molenbroekroth 18 in Stramproy. Zijn vader is Peeter Mathijs Verkennis (*1845 en †1922), zijn moeder Petronella Kusters (*1854 en †1935).
Hendrik is op 23 april 1908 getrouwd met Elisabeth Sophia Brouwers en zij zijn in Molenbeersel gaan wonen tot 1917.
Vanaf 24 maart 1917 zijn zij weer op Molenbroekroth 18 gaan wonen. In dit huis woonde toen het gezin Brouwers-Jacobs, de schoonouders van Hendrik.
Het gezin Verkennis-Brouwers
Op 1 juli 1926 verhuisde Hendrik Verkennis met zijn gezin naar een boerderijtje op Heijroth 235.
Dit boerderijtje, De Graven, lag aan een pad van Stramproy naar Bocholt, dicht bij grenspaal 160, op de grens met België, in een onontgonnen gebied met heidevelden, bossen, weidevelden en moerassen.
De naam “De Graven” is ontleend aan de graven en wallen, die in de 15e eeuw gegraven en opgeworpen werden. De graven liet men vol water lopen. Zo kon men zich beschermen tegen agressie vanuit andere gebieden.
Het gebied maakte ooit deel uit van een 5.000 ha groot moeras, waaronder ‘Stramprooierbroek’ , op de grens van België en Nederland.
Hendrik Verkennis werd “Grave Driek”.
Om voor zijn gezin te zorgen werkte Grave Driek als bosarbeider en hij had een contract met de gemeente Stramproy voor het schoonmaken van een deel van de Abeek.
Verder kon hij zich hier bezighouden met jagen, vissen, stropen en smokkelen.
Op die manier heeft hij de weg in dit gebied blindelings leren kennen.
In 1936 kreeg Grave Driek een vergunning om zwak alcoholische dranken te verkopen. Daarvoor heeft hij aan zijn boerenwoning een café gebouwd. Dit was voor velen, voorbijgangers, stropers, smokkelaars en wandelaars, de kans om iets fris te drinken.
Thieu Verkennis verkocht voor de oorlog met paard en kar petroleum langs de deur.
Maar het vrije leven in de bossen trok hem meer en zo volgde hij zijn vader in het werk als bosarbeider en met jagen, vissen, stropen en smokkelen.
Tegenover hun boerderij bleef het Stramproyerbroek vader en zoon Verkennis trekken. Zij wisten daar spoedig feilloos de weg te vinden.
In de oorlogsjaren was het café een mooie dekmantel om piloten, Joden en vluchtelingen over de grens te brengen.
Voor de bezetter was het moerasgebied een heel gevaarlijk terrein.
Al gauw waren niet alleen Driek, ook zijn vrouw Fie, de zonen Thieu en Theo en de dochters To en Truus, actief in het verzetswerk.
Stichting Plaatselijk Comitee voor Heemkunde
Driek en Thieu hebben voor hun werk veel onderscheidingen gekregen;
To en Truus hebben het Verzetsherinneringskruis gekregen;